Wat gaat de woningmarkt doen?
Dat het nog steeds bijzondere tijden zijn staat buiten kijf. Dat dit nog wel een poos zo blijft, ook. We hebben allemaal te maken met omstandigheden die soms onhandig zijn en op sommige vlakken zijn dingen voor altijd anders. Dat is op de woningmarkt ook het geval. Vrijblijvend een woning bezichtigen is niet meer vanzelfsprekend en een open huizen dag zit er voorlopig ook niet in. Maar de vraag naar woningen blijft stijgen. Wat gaat de woningmarkt doen? Laten we eerst kijken wat 2020 tot nu toe betekend heeft.
De eerste helft van 2020
In het eerste kwartaal van 2020, toen duidelijk werd dat er een pandemie begonnen was, nam de vraag naar woningen sterk toe. Niet eerder werden er zoveel woningen boven de vraagprijs verkocht. Het tweede kwartaal bracht een interessante verandering in de woonwensen teweeg. Deze verschoof naar de buitengebieden. De Randstadprovincies wonnen nog wel qua populariteit, maar in de top 4 moest Zuid-Holland plaats maken voor Flevoland én Noord-Brabant. Er kwam meer behoefte aan rust en ruimte in de coronatijd. Ook steeg de interesse in nieuwere woningen en starterswoningen.
De tweede helft van 2020
In het derde kwartaal van dit jaar werd meer dan 65% van de woningen voor of bóven de vraagprijs verkocht. De krapte bleef dus gewoon aanhouden. Overbieden werd zelfs meer regel dan uitzondering. Ondanks de maatregelen bleven ook de aanvragen voor bezichtigingen hoog. Toch was het voor banken duidelijk dat er een omslagpunt aan zou komen. Volgens ING zorgt de hogere werkloosheid ervoor dat het voor steeds meer huishoudens lastiger wordt om een huis te kopen. Daarnaast zouden huishoudens terughoudender worden door de economische recessie. Nu zitten we in de laatste maand van het vierde kwartaal en de woningmarkt laat nog steeds een duidelijke prijsstijging zien. Vooral in de grote steden beginnen woningen voor veel mensen gewoon onbetaalbaar te worden. Dit zorgt ervoor dat de prijzen in de meer provinciale steden en rurale gebieden extra stijgen.
2021
De voorspellingen voor 2021 zijn niet verrassend. Op dit moment is nog steeds meer dan 50% van de biedingen boven de (toch al flinke) vraagprijs, maar het kantelpunt zal er komen. Er komt simpelweg een moment waarop de prijzen afvlakken, omdat de kopers de vraagprijs gewoon niet meer kunnen of willen lenen. Zeker in de grote steden zal die afvlakking komen nu beleggers van woningen die 8% overdrachtsbelasting moeten betalen. De bedoeling is dat hierdoor de concurrentie af zal nemen en starters dan meer ruimte krijgen om een woning te kopen zonder een extreem hoog bod te moeten doen. De vraag zal enorm blijven en het vertrouwen in de woningmarkt blijft groot. Maar een inhaalslag op het gebied van nieuwbouwwoningen is niet aannemelijk, dus ook de krapte houdt aan. De rente is wel nog steeds lager dan ooit, dus wie weet komt in het komende jaar voor jou het perfecte moment om een huis te kopen. In plaats van de dikke 200.000 woningen van zo’n 5 jaar geleden kun je nu kiezen uit maar 27.000 woningen. Dat scheelt je in elk geval een hoop keuzestress.